The runners high (voor Marc VCB)

Run Forest, run! Rennen Marc, rennen!

 

Als je de runners high bereikt, lijk je wel voor eeuwig door te kunnen gaan. 

Je vliegt over de weg, je voeten raken de tarmac haast niet meer. Je bevindt je in een staat van euforie.

 

Was het dit, waar Marc naar op zoek was? Was het daaraan dat hij “verslaafd” was? Of was het hem “gewoon” te doen om onder de sporters te zijn? Was het zijn belang dat hij hechtte aan een gezonde geest in een gezond lichaam? Zijn belang dat hij hechtte aan sport in het algemeen?

 

Wat zijn drijfveer ook was, toen ikzelf net 18 werd en ik dàcht dat ik eindelijk volwassen was geworden, stampte Marc ergens in het verre en voor mij toen nog onbekende Kruishoutem een Finse piste uit de grond.

 

We schrijven 2003. Ikzelf, net afgestudeerd aan de middelbare school en klaar om een nieuw hoofdstuk te starten als student in Gent. Helaas leerde het leven me harde lessen. Na enkele gebeurtenissen sukkelde ik in een diep dal en zocht ik hulp bij menig psycholoog. Pas een jaar later bleek dat buiten gaan lopen eigenlijk de beste therapie ooit was. Buiten en “gewoon gaan”. 

 

In Kruishoutem wist Marc dit al lang. En om onze gewrichten te sparen, werd een hoop schors een kilometer lang op een pad gestort. 

 

Reeds enkele jaren loop ik mee in de club. Elke woensdagavond ben ik bevoorrecht om het stof te doen opwaaien. Het stof van de schors wel te verstaan. Is het zonnig, ijzig koud, snikheet of stormachtig… met enkele vaste waardes gaan we steevast om klokslag 7 van start.

 

En elke keer is het even zalig. De loopstijlen zijn verschillend. De ene holt, de ander schuifelt, de ander rent en weer een ander sloft mee na heel lang getwijfel. Maar het lijkt me sterk als iemand achteraf ooit denkt dat hij of zij beter thuis was gebleven.

 

Start!

 

Stamp, stof waait op. Stamp, we voelen de wind. Stamp, de zon zindert. Stamp, de regen verfrist.

Na enkele kilometers worden we onze eigen verwarming. We lachen en babbelen erop los. Nergens zo’n eigenzinnige humor als op de piste.

Ja, ook daar was Marc goed in. Dubbelzinnigheden, een eigen “gekke?” humor.

Maar zo kenden we hem. En zo kennen we elkaar.

 

Geen woke gedoe op de piste. Soms gewoon echt eens lachen met en om elkaar. En het is verfrissend. Welke leeftijd we ook hebben. Op de piste zijn we gelijk.

 

We lopen, gezellig samen. En haspelen zo bijna steeds 8 kilometer af. Hoe slecht je dag ook was, na dat uurtje, is er terug een lach.

 

Dus, dank u, Marc. Om te weten waarom de piste belangrijk is en blijft.

 

Ook voor de jeugd (Die ik graag eens versla in een sprintje).