En toen liep ik per ongeluk 10 kilometer!
Deze morgen had ik de ochtendrush goed overleefd. Hoe mijn chaotische ochtendrush eraan toe gaat, lezen jullie later bij de “bladvullingskes”. Moest ik het hier vertellen, zou ik jullie met een warrig, exploderend- hoofd-gevoel achterlaten en dat wil ik niet. Hier moet het gevoel van vrijheid overheersen.
Dus, de ochtendrush overleefd. Momenteel ben ik werkzoekend. Eigenlijk heb ik waarschijnlijk maandag al werk maar het schuldgevoel dat zich soms meester over me kan maken omdat ik “alleen maar” het huishouden doe en voor onze 3 kinderen zorg, doet me af en toe het huis uit vluchten. Even weg van de bereikbaarheid; van de gsm, van het mailverkeer, van een thuiswerkende partner. De nood aan alleen zijn met mezelf, zo je wil.
Zo gedacht, zo gedaan. Ik liet de afwas zoals hij was: vuil en opgestapeld op het aanrecht. Ik ging nog vlug eens met de stofzuiger over de met kruimels en koek en iets plakkerigs bezaaide vloer. Ik deed mijn laptop dicht en ging op zoek naar mijn oortjes. Mijn oortjes, want ik zou met muziek een stukje gaan lopen. Gewoon joggen. Waar en hoe lang, wist ik nog niet.
Mijn loophorloge had ik op wonderbaarlijke wijze redelijk snel gevonden. Voor de oortjes moest ik één en ander doorzoeken. Gelukkig wist ik dat die niet in mijn stortzak zaten. De stortzak is mijn handtas, zo omgedoopt door zoon 2. Hij heeft gelijk, mijn stortzak is zoals een bodemloze put vol verrassingen. Ergens in mijn vaag geheugen zag ik de oortjes op een kinderkamer liggen. Gevonden. Alleen waren die niet opgeladen. Een lader zoeken was een brug te ver. Onze laders zijn een kluwen van draden. Als je tijd hebt, kan dat best wel een leuk spelletje zijn. Zo snel mogelijk ontwarren om de juiste lader te vinden. Het “ontwar-spel”. Maar daar had ik nu geen zin in.
Dus stopte ik mijn gsm in de broekzak van mijn joggingbroek en zette de “Discover weekly” op Spotify net iets te luid. Op mijn horloge zocht ik de strava-app en startte de loopsessie. Voor ik het vergat, stak ik ook de huissleutel in een broekzak, mét rits. Ik was mijn huissleutel eens verloren tijdens een loopsessie en toen ben ik na 8 km door een storm moeten teruglopen om te zoeken waar dat sleuteltje tussen gesukkeld was. Zie hier de sleutel en de storm -->
Dus sleutel in de zak, rits dicht. Alles aan, naar buiten, deur toe en lopen maar. Mijn horloge vergat ik ook op te laden, die had nog 28%. Net genoeg voor dit loopje, dacht ik bij mezelf.
De weekly choice is duidelijk mijn man zijn keuze. Elektronische muziek weerklinkt in mijn oren, “Souvenir” van Ferdinand. Als een metronoom bepaalt het mijn ritme, blijkbaar een goed ritme. Het is 9.30u en nog wat fris buiten. Het is droog maar de wolken zijn zwanger van de regen (ik vond dat altijd al een rare uitdrukking waarbij ik dacht; wie gebruikt dat nu? Bij deze heb ik het gebruikt). Het is dus droog, ietwat dreigend maar de zuurstof die in de lucht zit, laat me opleven. Met een gezwinde tred passeer ik een mama die haar kindje de geitjes toont. Even denk ik dat ik dat eigenlijk ook had moeten doen in plaats van mijn jongste in de crèche te laten maar dan had ik dit loopje ook weer niet gehad. Keuzestress.
Mijn schoenzolen raken soepel de harde tarmac. Van thuis tot de geitjes gaat het lichtjes stijgend. Ik laat het afhangen van mijn ademhaling en opkomende vermoeidheid welke afslag ik zal nemen.
Mijn schoenen zijn enkel vanboven versleten, mijn dikke tenen proeven tegenwoordig graag de regendruppels als die uit de lucht komen vallen. Maar ze lopen goed, mijn schoenen bedoel ik, ook op harde ondergrond. Als door de wind gedragen vlieg ik de rechtse bocht in, passeer ik een kruisbeeldje en kan ik zonder “links-rechts-links” te vergeten de steenweg over hollen. Nog een stukje omhoog nu, dan kom ik achter de bibliotheek uit. Links kijk ik over uitgestrekte weides en het pas gerestaureerde “spookhuis” geeft zijn achtergevel prijs. Boven de bibliotheek aangekomen, vind ik het te vroeg om terug te lopen en ik beslis me richting uitkijktoren te begeven. Mijn horloge geeft 24% aan, de batterij van mijn horloge lijkt sneller leeg te lopen dan de mijne. Ikzelf heb het gevoel op kussentjes te lopen. Ik snuif de vochtige landelijke lucht in en vul mijn longen volledig (dat gaat niet in de zomer als je hooikoorts hebt en je adem dan halverwege stokt omdat je de pollen eruit moet niezen). Door de wijk zigzag ik ook weer echt vlot –al zeg ik het zelf- naar boven. Nog voor het bereiken van de uitkijktoren, word ik getrakteerd op een prachtig zicht. De velden storten zich in de diepte met in de vallei geen stroom maar de E17. Een schril contrast met de rust hierboven. Mijn horlogebatterij begint te kelderen en ook ik loop nu iets sneller naar beneden. Terug richting centrum. Achter de lagere school passeer ik langs nieuwe wijkhuisjes. Mijn benen passeren mezelf bij het vijvertje beneden aan de markt. Bij de kerk beslis ik dat ik er nog 2km wil aan breien en hol weer omhoog richting Oudenaarde. Dan volgt een steile afdaling tot het speelplein. Nu ik rond het speelplein loop en ik mijn eigen bezwete verwarming ben geworden, beginnen de druppels te vallen. Het is een welkome douche die me doet beslissen om met natte lokken een laatste ronde op de finse piste te lopen. Nu ben ik niet meer alleen, er zijn nog sporters. Ik wil me bijna excuseren voor mijn rood hoofd en roepen dat dit mijn 10de kilometer is maar ik zwijg en stamp verder de schors onder mijn voeten plat. Ik ga het pad af en loop twee keer de straat in en uit om mijn 10 kilometer af te ronden. Ik heb het gehaald, mijn batterij heeft het volgehouden. Uit mijn broekzak klinkt nog steeds elektronische muziek die de ideale loopmuziek is gebleken.
Volgens strava heb ik 800kcal verbrand… dus ik douche me en maak me mooi, want ik zie er waarschijnlijk fitter en strakker uit dan ooit. Dat maak ik mezelf toch wijs. Dan doe ik braaf mijn afwas en sorteer alle kledij van de jongens. De boodschappen, het koken, het opnieuw afwassen, het helpen van de jongens. Alles passeert nogmaals de revue. Maar de tocht vanmorgen heeft me energie gegeven, het is waar wat ze zeggen; “een gezonde geest in een gezond lichaam”.
De volgende morgen is onze vaatwasmachine bijna ontploft. Maar daarover blog ik een andere keer. En een tekst over mijn glazen weegschaal die in duizend stukjes uiteen knalde beloof ik jullie ook. Want als er iets op je maag ligt, moet je dat zeggen, anders krijg je letterlijk maagpijn. En je gal moet je ook soms eens kunnen spuwen, anders krijg je galkolieken.
Zo, ik heb gezegd, fijne avond!